Ticstoornis

Kinderen met een ticstoornis maken onwillekeurige geluiden (vocale tics) of bewegingen (motorische tics) die plotseling optreden. Veel kinderen hebben voor een bepaalde periode een tic, maar over het algemeen verdwijnen deze na enige tijd weer vanzelf. Wanneer geluid- of bewegingstics langer bestaan dan is er sprake van een chronische vocale of motorische ticstoornis of van het syndroom van Gilles de la Tourette (waar zowel sprake is van geluid- als bewegingstics, die niet tegelijkertijd voor hoeven te komen).

Kenmerken

Een kind met een ticstoornis heeft last van één of meerdere van de volgende kenmerken:

Vocale tics

Motorische tics

  • piepgeluiden maken
  • hum-geluiden maken
  • woorden (na)zeggen
  • snuffen
  • keelschrapen
  • sissen
  • fluiten
  • vloeken
  • kuchen
  • knipperen met de ogen
  • schudden met het hoofd
  • tong uitsteken
  • armen strekken
  • een huppeltje maken
  • klappertanden


De tics worden vaak uitgevoerd om een lichamelijk onaangenaam gevoel (druk, kriebel, spanning, warmte, kou) te onderdrukken. Vaak ontstaat er een gevoel van opluchting na de uitvoering van de tic. Bijkomende klachten van tics kunnen zijn:

 

Kinderen met een ticstoornis hebben dit vaak in combinatie met een of meerdere van de volgende stoornissen:




Ondersteuningsbehoeften

Een kind met een ticstoornis kan worden behandeld met verschillende soorten cognitieve gedragstherapie of medicatie. De voorkeursbehandelingen staan hieronder weergegeven.

Habit reversal

  • Leert om de tic onder controle te krijgen.
  • Bewustwording van het optreden van de tic.
  • Leren van een tegengestelde beweging om de tic te voorkomen of onderbreken.

Exposure en responspreventie

  • Leert de tics langdurig tegen te houden.
  • Leren verdragen van de voorafgaande onaangename lichamelijke gewaarwording.

Medicatie

  • Antipsychotica.


Tips voor de leerkracht

Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van een ticstoornis en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met een ticstoornis om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.

  • Zorg voor een positieve relatie met het kind.
  • Zorg voor een veilige omgeving.
  • Zorg voor een prettige sfeer.
  • Houd de sociale status van het kind in de gaten (let op pestgedrag).
  • Besprek de tics (na overleg met kind en ouders) in de klas.
  • Voer ontspanningsoefeningen uit.
  • Bied een luisterend oor om over de tics te praten wanneer het kind dit prettig vindt.
  • Plan momenten om te ontspannen.




one page profile boeken oefeningen