Selectief mutisme

Kinderen met selectief mutisme kunnen wel praten, maar doen dat in bepaalde (sociale) situaties niet. Sommige van deze kinderen praten enkel tegen gezinsleden of bekenden. Het taalbegrip is echter normaal en ook op andere vlakken hebben zij een normale ontwikkeling. Alleen praten in een andere omgeving dan waarin zij bekend zijn of tegen mensen die zij niet zo goed kennen doen ze niet. Deze kinderen lijden aan een spraakangst.

Kenmerken

Een kind met selectief mutisme:

Selectief mutisme is geen vorm van extreme verlegenheid. Verlegenheid is bij kinderen heel gewoon en duurt vaak maar kort. Een kind in een nieuwe situatie kijkt vaak eerst de kat uit de boom en gaat vervolgens gewoon spelen en durft te praten tegen de onbekenden. Kinderen met selectief mutisme hebben dit niet. Zij blokkeren en kunnen dat niet meer veranderen. Vaak durven ze na een tijdje wel dingen te laten zien aan de onbekenden maar praten doen zij niet.




Ondersteuningsbehoeften

Wanneer een kind voor langere tijd (een maand) niet praat is het aan te raden om samen met ouders in gesprek te gaan en het probleem te proberen op te lossen. Ouders kunnen eventueel met het kind naar de huisarts voor extra hulp. Spreekt het kind na een half jaar nog steeds niet dan wordt het een serieuzer probleem en is het aan te raden om het kind te verwijzen naar een therapeut of psycholoog. Hoe ouder het kind is bij het vertonen van selectief mutisme, hoe sneller er hulp gezocht moet worden omdat het namelijk steeds moeilijker wordt op te lossen naarmate het kind ouder wordt.


Tips voor de leerkracht

Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van selectief mutisme en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met selectief mutisme om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.

  • Zorg voor een positieve relatie met het kind.
  • Zorg voor een veilige omgeving.
  • Zorg voor een prettige sfeer.
  • Houd de sociale status van het kind in de gaten (let op pestgedrag).
  • Houd contact met de ouders.
  • Wees positief naar het kind.
  • Zet het kind niet in het middelpunt van de aandacht, dit werkt averechts.
  • Houd rekening met de gevoelens van het kind.
  • Vestig niet de aandacht op het niet praten.
  • Neem de tijd om even alleen met het kind te spelen.
  • Zorg voor plezier wanneer het kind wel een keer praat.
  • Focus op positieve ervaringen.




one page profile boeken oefeningen